1. De lidstaten en de Commissie onderzoeken en evalueren de wijze waarop de bij deze richtlijn ingestelde administratieve samenwerking functioneert.
2. De lidstaten delen de Commissie alle relevante gegevens mee die noodzakelijk zijn om de doeltreffendheid van de administratieve samenwerking overeenkomstig deze richtlijn ter bestrijding van belastingontduiking en belastingontwijking te kunnen evalueren.
3. De lidstaten doen de Commissie een jaarlijkse beoordeling toekomen van de doeltreffendheid van de in de artikelen 8, 8 bis, 8 bis bis en 8 bis ter bedoelde automatische inlichtingenuitwisseling en de daarmee bereikte resultaten. De Commissie stelt aan de hand van uitvoeringshandelingen de vorm en wijze van mededeling van deze jaarlijkse beoordeling vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.
4. De Commissie stelt volgens de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedure een lijst van statistische gegevens vast die door de lidstaten moeten worden verstrekt voor de evaluatie van deze richtlijn.
—————